Bij een stokerij maakt men alcohol, of bij een distillery maak je spirit. Maximaal 96%, gemiddeld rond de 75% en meestal gaat het met 63,5% het vat in. Ieder jaar verdwijnt er een klein beetje alcohol uit het vat, afhankelijk van het vat en de omgevings temparatuur. Twaalf jaar oude Glenfiddich komt meestal rond de 61% uit het vat, ooit dronk ik een underproof Balvenie van 60 jaar, die was 38%.
Als de whisky rechtstreeks de fles ingaat staat er op het etiket Cask Strength met het alcohol percentage.
Meestal wordt whisky voordat het de fles ingaat verdund met water tot 40%, 43% of 46%, de maltmeester bepaalt wat hij de beste sterkte vindt, dat bij het DNA van de distillery past. Het moet altijd boven de 40% blijven anders is het geen Schotse single malt whisky meer, maar een likeur.
Op een etiket staat ook wel eens een hoger alcohol percentage, terwijl er toch water is toegevoegd, dit om alle single cask bottelingen in een variant (The Balvenie Single Barrel) op dezelfde sterkte te houden, of om geen koude filtratie toe te hoeven passen.